Het merendeel van de Nederlandse automobilisten heeft nooit van de WLTP gehoord en weet dus niet waarom veel auto’s duurder zijn vanaf 1 september. Ook na een beknopte toelichting over de nieuwe testmethode voor brandstofverbruik blijft nog veel onduidelijk. Dit en meer blijkt uit onderzoek dat Toyota heeft laten uitvoeren door onderzoeksbureau DirectResearch.
Afgelopen jaren is al veel gezegd over het verschil tussen werkelijke en officiële brandstofverbruikscijfers van personenauto’s. Daarom is per 1 september een nieuwe testmethode van kracht die de oude NEDC-testmethode gaat vervangen. Doel van deze zogenaamde WLTP (Worldwide Harmonised Light Vehicle Test Procedure) is om de testcijfers voor brandstofverbruik dichter bij de realiteit te brengen. In werkelijkheid blijft het verbruik van een geteste auto volgens NEDC en WLTP hetzelfde. De WLTP-testmethodiek benadert echter een gemiddelde autorit van nu beter.
WLTP resulteert vaak in een hoger testcijfer voor brandstofverbruik, dat direct is gekoppeld aan de CO2-uitstoot. In Nederland is deze CO2 vervolgens volledig gekoppeld aan de Belasting Personen Motorvoertuigen (BPM). Ergo hoe hoger de CO2-uitstoot van een auto, hoe meer BPM-inkomsten voor de staatskas. Uit het onderzoek blijkt dat de meeste mensen het prima vinden dat brandstofverbruikstests strenger worden, maar 80 procent van hen vindt dat de staatskas hierdoor geen extra BPM-inkomsten mag krijgen. Uit het onderzoek blijkt ook dat bijna 7 van de 10 automobilisten het belangrijk vinden dat auto’s zo min mogelijk CO2, stikstof en fijnstof uitstoten.
|